De laatste les van media ging over ICT-beleid op school. Een ICT-beleidsplan is een document waarin de verschillende elementen van de werking rond ICT-integratie. Een programma die de scholen kunnen gebruiken om hierrond te werken is PICTOS. ( http://pictos.ictbeleidstool.be/ )

We hebben samen eens een kijkje genomen op de site. Vooraleer we begonnen, konden we testen wat onze visie op onderwijs is. Er waren twee mogelijkheden: constructiegericht en overdrachtsgericht. Om dit te weten, moest je eerst een aantal vragen beantwoorden. Ik kwam na het oplossen van de vragen uit op kwadrant vier. Hieronder zie je de uitleg van dit kwadrant.
Ik ben tevreden dat ik in dit kwadrant ben beland, want dit lijkt me toch de beste visie. Ik vind dat de leerstof nooit op de eerste plaats mag staan. De totale persoonlijkheidsontwikkeling van de leerlingen staat voor mij op de eerste plaats. De leerstof is slechts een van de onderdelen om dat de bereiken. Verder vind ik ook dat de leerlingen heel veel inspraak moeten hebben bij het lesgebeuren. Als je lesgeeft over iets dat hen sterk interesseert en op een manier die hen aanspreekt, zal je veel meer kunnen bereiken dan als je alles uit jezelf laat komen.

Daarna mochten we zelf eens nadenken wat we zelf op stage al hebben gedaan rond ICT. Hierbij moesten we dan de passende eindterm zoeken.

Vervolgens konden we onze eigen ICT-competenties testen. Deze test geeft weer hoe jij je situeert op de verschillende deelcompetenties. Daaruit bleek dat ik algemeen goed scoorde op deze test.

Als alle leerkrachten dit ingevuld hebben, krijgt de beheerder hier een rapport van. Dit geeft een goed beeld over de leerkrachten. Zo weet je als school waar je reeds goed in bent en waar je nog aan kan werken.

 
Overhoor is een gratis programma dat je online kunt downloaden. Op dit programma kan je als leerkracht oefeningen opstellen, waarmee de leerlingen een test kunnen inoefenen.
Hoe ga je te werk?

Vooraf: de leerlingen moeten het programma downloaden om er thuis aan te werken. De leerkracht heeft de bestanden waarmee de kinderen kunnen oefenen doorgestuurd of op hun eigen stick meegegeven. Dan kan de ondervraging beginnen. Ze kunnen bovenaan kiezen tussen training, meerkeuze en invullen.

Training: Hierbij krijg je de vraag en moet je het antwoord niet typen maar gewoon voor jezelf zeggen. Dan kan je op de spatiebalk klikken en geeft het programma het juiste antwoord. Vervolgens moet je voor jezelf aanduiden of je antwoord juist of fout is.
Meerkeuze: Bij meerkeuze krijg je ook de vraag, maar krijg je ook een aantal mogelijke antwoorden. Het is de bedoeling dat je het juiste antwoord aanduidt.
Invullen: Hierbij krijg je opnieuw een vraag en moet je het antwoord zelf typen. Dit is dus de laatste en moeilijkste stap omdat het programma ook let op schrijffouten. Je kan hierbij ook een hint vragen, dan krijg je de eerste letter van het antwoord.

Na elke oefening krijg je een rapportje. Daarop krijg je een score en er wordt aangegeven hoeveel vragen je juist en fout beantwoordde.

Het programma is een beetje verouderd waardoor het wat saai oogt. Dit neemt echter niet de functionaliteit weg. Wat wel positief is, is dat het gratis is en daardoor voor iedereen toegankelijk wordt. Nog een groot pluspunt is dat je de vragen kan laten voorlezen door de computer. Dit is zeker een meerwaade voor kinderen met dyslexie.
Het is dus een handig programma om testen in te oefenen.



Als tweede programma testten we ICT workshops. Hiervoor hoef je helemaal niets te downloaden, wat zeker positief is. Je kan er allerlei soorten taal oefeningen doen. Ik geef even een voorbeeld. Ik heb de oefening 'flits: schrijven' uitgetest. Nadat je op start hebt gedrukt, komt er even een woord tevoorschijn. Direct daarna moet je het typen, en jezelf daarna controleren door op de knop 'klik' te drukken. Als je het fout hebt, kan je nog herkansen. Bij een juist antwoord, krijg  je een volgend woord te zien. Er zijn zowel oefeningen als spelletjes. Per oefening kan je een niveau en kleur aanduiden.

Deze site oogt vrij aantrekkelijk maar is toch een beetje verouderd. Alles is heel gemakkelijk te hanteren, het wijst zichzelf uit.
 
STAM is een museum in Gent. Hieronder vind je het STAM museum op de kaart. 
STAM biedt je de geschiedenis van Gent aan op een interactieve manier die de mensen bereikt via allerlei media. Deze media maakt alles veel aanschouwelijker voor kinderen, maar ook voor volwassenen. Onderaan zie je enkele foto's van de aanwezige media.

Wat mij zelf persoonlijk sterk aansprak was het onderdeel waar je zag hoe de structuur van Gent zich heeft gewijzigd gedurende de jaren heen. Ik zou dit doen met een tweede graad. De leerlingen kunnen inzien dat naarmate er mensen bijkomen, de infrastructuur van een stad zal wijzigen. Er komen meer gebouwen bij dus alles zal er dan ook anders uitzien. Er was een soort van kaart aanwezig in het museum. Op deze kaart kon je alle bestaande straten opzoeken en nagaan als die er vroeger ook al waren. Er stonden ook een aantal computers waar je de kinderen met groepjes aan kan laten zitten en ze de kaart van Gent laten bekijken. Er waren 4 kaarten aanwezig van 4 verschillende jaren. De kinderen kunnen dan zelf ontdekken wat er is veranderd, of wat er gelijk is gebleven. Hierbij aansluitend vond ik het heel tof dat er een soort legokamer aanwezig was. De kinderen kunnen hier samen aan hun eigen stad bouwen. Dit vond ik heel leuk om als afsluiter te doen. Ik zou me dus eerder toespitsen op de aardrijkskundige kant van dit museum. Je kan hier heel wat zaken aan koppelen om daarna of vooraf in je klas te gebruiken. Bijvoorbeeld: het gebruik van kaarten, het hanteren van schalen, zoeken op kaarten en nog zo veel meer. 

Er zijn weinig tot geen hinderpalen voor de lagere school. Vaak is een hinderpaal de toegankelijkheid van het gebouw, bijvoorbeeld voor rolstoelgebruikers. Maar ook dit was allemaal voorzien. Naast iedere trap was er een lift voor de rolstoelgebruikers (zie afbeelding). Dit vond ik een groot pluspunt! Als ik dan toch een nadeel moet zeggen, zou ik zeggen dat sommige ruimtes eerder aan de kleine kant zijn. Bijvoorbeeld het gedeelte van de 'Rechtvaardige rechters' was misschien wat krap om met een volledige klas in te staan (zie afbeelding). Dit kan je echter wel oplossen door bijvoorbeeld je klas in twee te splitsen. Verder vind ik het onmogelijk om nog nadelen te vinden. 

Ik zou het STAM zeker aanraden om met je klas te bezoeken! En voor het geval je zelf liefhebber bent van musea, is dit zeker een niet te missen museum voor op je lijstje. 
 

Media is overal aanwezig!


Media is overal aanwezig. Het is daarom dus heel belangrijk dat we de kinderen hiermee leren omgaan. Media bereikt de kinderen via allerlei wegen. Denk maar aan de radio, televisie, kranten, internet, reclameborden in de stad, affiches,...

Media biedt allerlei voordelen voor de kinderen. Ze kunnen informatie opzoeken over hun interesses (internet, boeken, tijdschriften,...), ze kunnen leerstof verwerken door bijvoorbeeld een handig schema te maken via allerlei tools op het internet en nog zo veel meer.

Media brengt echter ook enkele nadelen met zich mee. De kinderen moeten leren onderscheid te maken tussen betrouwbare bronnen en niet betrouwbare bronnen. Ze moeten ook inzien dat je je op het internet helemaal anders kan voordoen dan je eigenlijk bent.

Desondanks de gevaren die media met zich meebrengt, vind ik dat je hen hier mee moet leren omgaan en ze het zeker niet ontnemen. Je moet hen bewust maken van alle gevaren en hen leren hoe ze zich hier tegen behoeden.

Aangezien de media zich steeds blijft evolueren, moeten we de kinderen ook op de hoogte houden van allerlei nieuwigheden op het gebied van media. Ik heb echter gemerkt dat vele scholen zich nog niet voldoende bezighouden met media. Dit zou meer moeten geïntegreerd worden in het lessenpakket.
 
Het digitaal bord is niet noodzakelijk in een klas maar is wel een enorme verrijking.
Ik heb zelf al stage gedaan op een school waar er een digitaal bord aanwezig is in elke klas en op een school waar er geen digitaal bord aanwezig.

In de school waar ik een digitaal bord had, maakte ik er in elke les gebruik van. Ik opende de werkboeken die de kinderen ook hebben op het bord en werkte mee met hen. Voor een schrijfles bijvoorbeeld, opende ik een groot gelijnd blad op het bord. Hier kon ik dan heel groot de letter schrijven aan het bord. Om de letter in te oefenen kon ik in één klik de lijnen kleiner maken zodat er enkele kinderen aan bord konden oefenen. Wanneer je iets wilt verduidelijken met een filmpje heb je in enkele klikken je filmpje beschikbaar. Als de kinderen een vraag stellen waar je niet onmiddellijk een antwoord op hebt, kan je onmiddellijk deze opzoeken op het bord samen met de kinderen. Dit zijn slechts de ervaringen van een beginner. Ik ben er van overtuigd dat het digitaal bord nog zo veel meer troeven heeft die ik nog allemaal kan ontdekken. Dan enkele plus- en minpunten op een rijtje...

Je zou misschien kunnen denken dat je al ervaring moet hebben om hiermee te kunnen werken. Ik had zelf nog niets van ervaring en ik vond het toch al gemakkelijk om te gebruiken. Bovendien zijn er veel avondlessen waar je eens naartoe kunt gaan en heel veel kan bijleren op korte tijd.

Er zijn veel astmapatiëntjes. Voor deze kinderen is het goed om krijtstof te mijden. Een digitaal bord heeft geen stof en is dus gezonder voor de kinderen.

Wanneer er een fout is in het systeem kan je dit vaak niet alleen oplossen. Dan moet je de ICT-persoon erbij halen om je te helpen.  Je kan dan ondertussen wel iets anders doen met de kinderen waarvoor er geen bord nodig is.

Dan nog een klein minpuntje, voor gebruik moet je steeds het bord kalibreren. Dit moet je doen omdat anders je pen niet synchroon is met de plaats waar je het bord werkelijk aanraakt. Maar ook dit kan je oplossen. Je laat de kinderen samen zoeken waar het kruisje verschijnt op het bord. Wanneer de kinderen dit na een tijdje al op voorhand weten, kun je er bijvoorbeeld een liedje rond maken.
Het krijtbord oogt wat saai. Het digitaal bord daar in tegen kan bijvoorbeeld leuke wiskundespelletjes met bewegende beelden en leuke kleurtjes aanbieden.



Het groene bord in de klas is ondertussen al een klassiek beeld geworden. Het digitaal bord is een investering van minstens 1500 euro maar het biedt zo veel mogelijkheden. Wie met zijn tijd mee wilt zijn, investeert in een digitaal bord.
 
De les van vandaag ging over communicatie met de ouders van kinderen uit je klas. Ik vond deze les heel interessant omdat ik hier nog niet echt had bij stilgestaan. Ik denk vooral na over de communicatie met de kinderen en had nog niet echt verder nagedacht. Heel raar, want toen deze les werd gegeven vond ik het maar logisch dat je alles heel goed communiceert naar de ouders.
De ouders moeten toch op de hoogte gehouden worden van waar hun kinderen mee bezig zijn.

Een woord dat me is bijgebleven is uit de les is het activiteitenboek. Dit vond ik een superidee. Het activiteitenboek is een boek dat je in de gang plaats voor je klas. In dit boek schrijf je dan waarmee je bezig bent op dat moment. Je vult dit dan aan door bijvoorbeeld leuke foto's van de kinderen die aan de slag zijn tijdens de les, werkjes van de kinderen, ...

De ouders kunnen dit activiteitenboek dan steeds inkijken wanneer ze dit willen. Op deze manier kan je de ouders steeds op de hoogte houden van je klasgebeuren.